dinsdag 16 oktober 2018

Van Barlonyo naar huis

Terwijl op de achtergrond een jazznummer van Art Tatum speelt, gaan de laatste dagen van mijn  trip naar Oeganda door mijn hoofd.

Zondagavond hadden we een gezellig etentje met het hele ACSET Uganda team. Tijdens het betalen weigerde de visa betaalmachine enkele keren en betaalde ik uiteindelijk maar cash. Twee dagen later ontdekte ik dat ik -naast de uiteindelijke contante betaling- nog zeker drie keer met mijn visa kaart betaald had. Het bijzondere is dat je dan door de manager van het restaurant meegenomen wordt naar de banken waar de dubbele betalingen mogelijk zijn binnengekomen. Je krijgt daar gewoon alle uitdraaien van die dagen te zien. Heerlijk open allemaal! Ook al zijn mijn afschrijvingen nog steeds niet bij mij bijgeschreven hahaha. Maar goed, in Oeganda kan je gelukkig nog met 11 mensen eten en drinken voor €65,-. Thuis maar eens kijken of visa iets voor me kan betekenen.

Trots vertelt de eigenaar van deze tuin dat hij al 2 keer heeft kunnen oogsten. Normaal leeft hij van iets meer dan een euro per dag. De twee oogsten in nog geen 2 maanden tijd leverden hem al bijna €7 op. 

Maandag heb ik weer een groep bezocht die meedoet aan het WeLive-project. Hier waren de omheiningen om de moestuinen heen niet van hout en bamboe gemaakt, maar van stenen. Zelf gevormd en zongedroogd uit de plaatselijke klei. Niet elke deelnemer had zijn stenen goed gelegd, dus enig instortingsgevaar was aanwezig, maar in principe zouden deze tuinen een paar jaar langer kunnen meegaan dan die van bamboe. Een leuk eigen initiatief! 
Lucy, een van de stafmensen van ACSET, had in het begin van mijn trip -gedachteloos- onderweg een lege plastic fles uit mijn autoraam gegooid. Helaas is het behoorlijk gebruikelijk hier in Oeganda om het plastic afval gewoon op straat of uit het autoraam te gooien. Ik zette de auto in zijn achteruit en vroeg Lucy de fles weer op te rapen. In de dagen erna, wanneer we weer ladingen vuil zagen liggen, werden die plekken tot "Lucy places" omgedoopt. Op de laatste dag zei iedereen in koor: “Dat hebben we wel geleerd deze dagen, we gooien nooit meer iets uit het raam.” Het is misschien slechts een kleine druppel op een gloeiende plaat, maar toch…

Dinsdag vertrokken we met de auto vol met ACSET-collega's naar Barlonyo. Een dorp waar centraal een monument staat ter nagedachtenis aan een massaslachting door de LRA (The Lord’s Resistance Army/Het verzetsleger van de Heer), op meer dan 300 mannen, vrouwen en kinderen. Zoals ik ook merkte tijdens een bezoek aan Robbeneiland in Zuid-Afrika (waar onder andere Mandela heeft vastgezeten) is een gidservaring door overlevende(n) enorm aangrijpend. Wat zijn wij mensen toch bizarre wezens. In oorlogstijden zijn we blijkbaar in staat de meest afschuwelijke dingen te doen. In een paar uur tijd werd hier een kamp voor vluchtelingen compleet afgeslacht; verbrand, onthoofd, verkracht, vermoord. Deze oorlog heeft meer dan twintig jaar geduurd. En zoals veel oorlogen zijn het de minder bedeelden die zwaar lijden, nu ook nog nadat deze opstand tegen de regering van Oeganda is geëindigd. In dit gebied was de laatste schermutseling in 2012. Veel van de deelnemers aan het Keukentuin-project hebben de verschrikkingen van de LRA aan den lijven ondervonden. Met een lange weg van herstel, hervinden van eigenwaarde, en wat nog meer nog in het verschiet. 
Monument ter nagedachtenis aan een massaslachting door de LRA (The Lord’s Resistance Army/Het verzetsleger van de Heer)
Woensdagavond vlieg ik terug naar Europa en bij het opstaan bemerk ik toch een lichte ontstentenis van mijn ingewanden. Dat eten met mijn handen is toch niet helemaal goed gegaan..... Ik vertrek vroeg voor mijn autorit van ruim 6,5 uur. De eerste 70 km weer de bekende diepe gaten in de weg, hoewel ik meen ondertussen iets meer ervaring te hebben in het ontwijken van de gaten, schudt het chassis van de auto soms gevaarlijk.

Zowaar word ik onderweg aangehouden door een agent in een smetteloos wit uniform: of ik het naar mijn zin heb in Oeganda, of ik die mooie nationale parken wel heb bezocht? “Goede reis meneer, alles is in orde!”  
30 km verderop de eerste zwaar bewapende agenten en soldaten op de weg. Ik draai mijn raampje open en roep met een dikke glimlach een “goede morgen” en geef een vuistje (een vriendelijke begroeting). Een wat volumineuze agente met haar Kalasjnikov losjes in haar handen, vraagt waar ik naar toe ga. Als ik antwoord: “Kampala”, wordt mij vriendelijk duidelijk gemaakt dat ik dan wel een van de aanwezige politieagenten mee kan nemen. Hmmm of ik nou sta te springen om de komende 250 km oom agent naast me te hebben zitten... Maar met een brede glimlach roep ik: “ach natuurlijk, wat leuk.” Ik duw de deur open en hop daar zitten we dan. De man, een hoge pief bij de politie, blijkt een beste vent te zijn. Hij moet naar een begrafenis van zijn oom. Onderweg roept hij me zo nu en dan om te stoppen en koopt hij gebakken bananen en spiesjes met wat onduidelijk vlees. Vriendschappelijk wil hij alles wel delen, maar ik vertel hem van mijn onstuimige darmen die ik maar net onder controle weet te houden vandaag. Smakelijk smakkend eet hij naast me alles op, en gooit natuurlijk alles door het raam naar buiten. Zal ik terug rijden en hem zeggen dat hij de boel moet opruimen......? 😀 
Als we moeten tanken en ik mijn cashgeld uit mijn sokken haal, ziet oom agent dat en begint hartelijk te schaterlachen en steekt zijn duimen omhoog. 👍 
Alle daaropvolgende wegblokkades passeren we -met deze man naast me- met gemak. Stoppen hoeft niet meer, we zwaaien vluchtig en gassen verder door. 
Handelswaar...

Moe maar voldaan kom ik aan op de luchthaven. Helaas wil de douane geen oogje dichtknijpen voor het flesje heerlijke olie dat ik van een van de groepen heb meegekregen om thuis aan mijn vrouw te geven. Ik druk de man op het hart het niet weg te gooien, omdat de kwaliteit van deze olie, zo proefde ik zelf, echt fantástisch is. “Maak dan in ieder geval uw partner er blij mee.” Tja, mijn motto “always travel light” kent zo zijn nadelen, volgende keer toch de koffer maar inchecken.

Oeganda, bedankt voor uw gastvrijheid. ACSET Uganda, onze partner ter plaatse, bedankt en tot snel weer ziens! Jullie hebben een goede formule in handen om met kleine stappen de mensen te leren zelf het heft weer in handen te nemen, en weer met trots de schouders te kunnen rechten.
Hieronder nog wat beelden uit dit prachtige land! Wil je met 1 druk op de knop dit project steunen? Ik steun WeLive!

Tot gauw!
Jan – oktober 2018 





























zondag 30 september 2018

“Apwoyo Matek”, oftewel: hartelijk dank

“Apwoyo Matek”, dat zijn vaak de eerste woorden die ik hier hoor als ik met mensen van het ‘We Live’ project praat. 
Ik merk verder dat waar ik ook kom, mensen verbaasd stil blijven staan en daarbij op elkaar botsen als ze een man zien zoals ik met een blanke huid. Kinderen duiken weg in de rok van moeder. Het is duidelijk dat hier niet veel blanken komen. Ze weten wel van horen zeggen dat ‘zoiets’ bestaat, maar dan opeens zo’n blanke huid met je eigen ogen zien óf zelfs aanraken, is toch anders. Het geeft me soms een beetje een “Livingstone” gevoel. 

Er zijn tenminste twee dingen te zeggen over het fenomeen dat je hier iemand bedankt dat hij de moeite heeft genomen om juist bij jóu langs te komen en over dat “Livingstone” gevoel.
Mensen zijn hier bitter arm en dankbaar voor iedereen die zich in hen interesseert. De NGO’s die werk verrichten in Oeganda (veelal westers en daarmee blank), komen niet naar dit gebied. Er wonen in het Alebtong district bijna 250.000 mensen waarvan 67 procent dagelijks behoefte heeft aan voedselhulp. In de meeste dorpen hier eet men niet meer dan één maaltijd per dag met een bijzonder lage voedingswaarde. Helaas overlijden hierdoor relatief veel kinderen onder de vijf jaar door ziekte. Van de kinderen die het wél overleven, krijgt 7 van de 10 geen scholing; simpelweg omdat de ouder/verzorger de financiële middelen niet heeft voor de schoolbijdrage en/of het aanschaffen van een schrift of een boek. Van diegenen die wél naar school gaan, haken helaas 7 van de 10 meisjes tijdens de basisschoolperiode alweer af door geldgebrek of de noodzaak katoen te gaan plukken. Nog heel even geduld, dan vertel ik over de mogelijke praktische oplossingen… 

De gevolgen van deze bittere armoede zijn: jong trouwen (plat gezegd (bijna) kindhuwelijken), veel lichamelijke beperkingen door ondervoeding, veel gebroken relaties, Aids en daardoor veel weeskinderen, enzovoort. En dat is nu al enkele generaties zo. Logisch dat deze mensen geen groot zelfvertrouwen hebben of veel zelfredzaamheid hebben kunnen ontwikkelen. Zeker als iedereen, zelfs de hulporganisaties, ze ook nog ‘links’ laten liggen. “Ja, moeten wij daar wat aan doen dan?”, vragen mensen mij wel eens, “In Nederland is toch ook armoede?”, “Zijn die mensen niet gewoon lui?”, “Ja Afrika, daar is alles toch corrupt en die leiders dan....!” “Ha, we hebben al genoeg aan die “economische immigranten” in Nederland.”
Maak je geen zorgen, ik ga hier geen politieke statements maken, noch verklaren dat wij het rijk en makkelijk hebben. Ik probeer slechts een beeld te schetsen van waar deze mensen mee worstelen.


Bruno en Patrick, twee jongens uit dit gebied, die -geholpen door het lot- wel hun school hebben afgemaakt, hebben een paar jaar terug ‘ACSET Uganda’ opgericht. Hun organisatie steunt de mensen waarover ik hierboven schreef met hele kleinschalige en zeer praktische steun, door ze een helpende hand toe te steken. Niet door alleen maar te geven, maar door de mensen te onderwijzen, door ze het zélf te laten doen. Dit keuken/moestuin project is daar een helder voorbeeld van.
Ik heb nu een paar groepen bezocht en daarmee 90 gezinshoofden gesproken, bij hun huis/hutje geweest, hun kindjes gezien, de omstandigheden en manier van denken en leven kunnen ervaren. Maandag bezoek ik nog een groep van 30 personen. 


Trots kijken naar de keukentuin


Het vormen van groepen van 30 mensen, die met elkaar en voor elkaar een keukentuin maken naast hun hutjes. Een moestuin die de mensen praktisch voorziet van groenten en daarmee de oh, zo belangrijke vitaminen en mineralen. Velen kunnen nu al oogsten (ondanks de grote droogte) en dat direct naast je voordeur... Kijk, dat is op praktische wijze iemand helpen aan gezond eten en een eigen inkomen. Gelijktijdig wordt ze geleerd dat ze een deel van de oogst kunnen verkopen op de lokale markt en die opbrengst kunnen sparen. Ja, sparen en inleggen in de groepskas! Uit deze kas kunnen de deelnemers lenen ingeval van nood (vaak medisch). Maar er wordt ze ook heel praktisch geleerd dat ze ook uit de groepskas kunnen lenen om handel te drijven. 
Samen sparen zorgt ervoor dat er opeens een veel groter bedrag beschikbaar is om je te kunnen ontplooien. Het kopen van een kip en die op de grote markt verkopen met winst, het in dienst nemen van een medewerker om zo meer potten te kunnen kleien en daardoor zoveel meer te kunnen produceren zodat ze echt geld verdienen. Ze betalen wat ze lenen uit de groepsspaarpot af met rente, hierdoor groeit ieders gespaarde inleg. Dit leidt weer tot meer mogelijkheden om te investeren, te groeien, schoolgeld te betalen, zout, zeep, of iets anders te kopen. 



Een les volgen...


Het is prachtig om hier te zijn! Oeganda is prachtig, de mensen die ik heb ontmoet zijn prachtig. En zo waardevol om wat advies te mogen geven en als GetOn bij te mogen dragen aan dit project, ook financieel. Voor jou als lezer is het wellicht een ver-van-je-bed show, zeker als je hier nog nooit bent geweest. Maar bekijk de foto’s eens (ook die hieronder) en zie hoe het hier is. En wil je een steuntje in hun rug zijn? Ze niet links laten liggen? Klik dan even op die doneerknop. Ik weet hoe lastig dat is, want we hebben immers allemaal ons drukke eigen leven, voor je het beseft ben je alweer bezig met iets compleet anders. Daarom: “Apwoho Matek”, dank voor het feit dat je tijd hebt genomen om dit te lezen.


Ik moest er zelf ook aan geloven. Hard aan het werk met het aanleggen van een nieuwe moestuin. 

Hier en daar wat advies geven...


vrijdag 28 september 2018

Kokcan Ikweri

Na een warm welkom door de stafleden van ACSET Uganda op donderdagmorgen, heb ik de afgelopen twee dagen twee groepen van het ‘We Live*’ project bezocht. ACSET, wat staat voor Action for Child Social and Economic Transformation, is de organisatie die het plan bedacht om door middel van een moestuinproject de voedselzekerheid en het inkomen van 1.200 gezinnen in Noord-Oeganda te vergroten. 1.200 eenouder gezinnen een eigen inkomen leren genereren en ze daarmee de kans bieden om hun kinderen naar school te laten gaan.

Ik heb gemerkt dat de kracht van ACSET ligt in het persoonlijk overdragen van inhoudelijke kennis naar alle deelnemers. Met grote regelmaat blijven zij dit de komende twee jaar -de duur van dit mooie project- doen.

Wanneer we aankomen bij de groepsmeeting, is er geen deurbel of iemand die opendoet met een vriendelijke lach en een “kom binnen”. Nee, als we hier komen aanrijden en uitstappen, wordt er met volle overtuiging een welkomstlied gezongen, gepaard gaand met hoge repeterende gilletjes, gezwaai met takjes, klappen en dans. Prachtig! 
Welkomstlied!
De 1.200 deelnemers van het #WeLive project zijn verdeeld in 40 groepen van elk 30 deelnemers. Als ik bij de groep ‘God’s Grace’ aanschuif, worden de deelnemers voorgesteld: voorzitter, penningmeester en secretaris, allen vrouwen. De vijf mannelijke leden zijn er voor het hele zware werk of voor het geven van advies. Vol trots vertellen ze mij dat de groep bestaat uit mensen met een handicap of een beperking, alleenstaande moeders na een mislukt huwelijk, vrouwen die voor weeskinderen zorgen en mensen met hiv/aids. 
De voorzitter
‘God’s Grace’ is nog maar actief sinds 9 augustus van dit jaar, en nu al hebben enkele deelnemers een keer hun zelf gekweekte groenten kunnen oogsten. Op de vraag wat ze daarmee hebben gedaan, vertelt de een: “Ik heb een schoolboek en schrift voor mijn kind kunnen kopen”, de ander: “Ik heb wat kleding gekocht voor de kinderen”, een dame zegt trots: “Ik vond de kwaliteit van de groenten zo mooi, ik heb het aan de kerk gegeven. Ik durfde het zelf niet op te eten.” Een andere zegt: “Oh, ik heb het allemaal opgegeten en werkelijk, ik voel me zoveel beter. Kijk maar, je kunt het vast zien.”
Bedenk dat deze mensen normaal geen groenten eten, het is mais, zoete aardappel en sojabonen wat de klok slaat. En met mijn eigen ogen heb ik de droogte op het land en de verpieterde maiskolven gezien. Kortom, zeker geen vetpot. 
Kindjes op het droge land
John bij zijn tuin. Zondag oogst hij al voor de 3e keer!
Een bordje mais
De tuin van de tweede dame van links 
De kinderen in het dorp
In hun keuken-groentetuin groeien tomaten, een soort postelein, uien en straks ook aubergine. In het midden is een ruimte gereserveerd voor mest van de geit, het varken en soms zelfs van een koe. De tuin wordt vanaf hier met een gieter besproeid en zo verdeelt de mest en haar voedingsstoffen zich naar het verse zaaigoed of de reeds volgroeide postelein. De meesten kweken postelein omdat ze dit kennen en het snel groeit (oogsten kan soms al na twee weken). Op mijn vraag wat de opbrengst is van een keukentuin, is het antwoord “tussen de 12 en 18 duizend Oegandese shilling”, oftewel tussen de €2,60 en 4 euro per oogst. 

Het mooie aan deze tuinen is dat ieder gezin de tuin zelf goed kan onderhouden en hij vlakbij huis en hun keuken/vuurplaats ligt. 
In beide groepen die ik bezocht heb, wordt direct van de gelegenheid gebruik gemaakt om les te geven. De eerste dag ging het vooral om het leren vastleggen van alle opbrengsten, zoals ieders inleg, leningen en het gebruiken van een kasboek. Op deze manier heeft iedereen zicht op wat de groep en ieder individueel doet. Daarmee kan je ook de dynamiek van het gebruiken van geld, het investeren of het uitlenen volgen en begrijpen. Op deze manier zijn de toename van je persoonlijke en groepsmiddelen (die aan het eind van het jaar worden uitgekeerd aan iedereen) gedurende het jaar te volgen en dat stimuleert de groep om meer te doen en gezamenlijke verantwoordelijkheid te nemen.
Op mijn vraag of ze wisten wat een bank was, antwoordden de meeste deelnemers dat ze geen idee hadden. Laat staan dat ze er ooit een van binnen hebben gezien. 



De tweede dag ging de les van een andere groep over groepsdynamiek: wat is een leider, wat is de verantwoordelijkheid van een groepslid, wat voor doelen kun je stellen, wat wil je bereiken? Patrick, een van de oprichters van ACSET en geboren en getogen in deze regio, weet deze theorie met humor en bijzonder begrijpelijk over te brengen. Je ziet aan de deelnemers dat het “muntje valt”.
Er worden veel vragen gesteld: “we hebben maar 1 gieter voor 30 tuinen, kunnen we er meer krijgen?” “We willen graag een kruiwagen.” We willen hulp en advies met het gezamenlijk verkopen van T-shirts om te laten zien aan het dorp dat wij bij deze groep horen.” “Mogen we andere groepen opzetten, want iedereen in ons dorp wil dit ook?” “Het is zo droog, dat wat we normaal kweken niet groeit, hebben jullie wat extra geld voor ons om deze maanden door te komen?” “Mogen we extra hulp voor mensen met weeskinderen of diegenen die aids hebben?”
Allemaal hele normale vragen, maar het antwoord van Patrick was eenduidig: “Jullie hebben een keukentuin gekregen, zaad voor het opkweken van postelein, tomaten, aubergine, kool en uien. Dat is jullie startkapitaal. Verzorg je tuin, geef hem water, bescherm het zaad, kweek het op en verkoop het deel dat je niet nodig hebt om je gezin te voeden. Leen dit verdiende geld uit aan groepsleden en vraag daar wat rente voor. Creëer je eigen bank, waarbij de opbrengst voor jullie allemaal is.” Als voorbeeld gaf Patrick: “Er is wekelijks een markt 15 km verderop. Leen 5000 shilling uit de pot en koop een kip, loop ermee naar die markt en verkoop die kip voor 18.000 shilling. Betaal daarmee je 5000 shilling schuld af en het beetje rente, en betaal met de rest het schoolgeld voor je kinderen en leg het overige weer in de groepskas. Laat het geld rondgaan. Er zijn voorbeelden dat je hiermee werkelijk veel geld voor alle deelnemers kan verdienen. Geld voor een ploeg voor de os, gieters, stenen voor je huis, schoolgeld en boeken voor je kinderen, je dochter de kans geven om naar het voortgezet onderwijs te gaan, zaad voor het nieuwe seizoen. Wat jullie ook maar als doel stellen, kan voortkomen uit het goed verzorgen van de plantjes en het zaaigoed dat jullie nu hebben gekregen. Wij blijven elke twee weken bij jullie langskomen om jullie te steunen en te adviseren.” 
 
Deze groep heeft 95 kippen bij elkaar, veel gaan er echter te vroeg dood aan ziekten. Patrick gaf de groep als tip: “Voor 10.000 shilling koop je medicijnen genoeg om er 2000 kippen mee te genezen. Kijk eens wat er gebeurt als je daar je opbrengst van je tuin in investeert! Jij ziet dan je kuiken groot worden en die verkoop je..! Zie het eens voor je wat er dan mogelijk is! Wellicht i.p.v. slechts een maaltijd per dag drie maaltijden, vol met vitaminen van jullie eigen gekweekte groenten, en nog veel meer.”

“GetOn steunt ACSET”, zo zei Patrick tegen alle deelnemers, “die naam kan je zien als in een wedstrijd: GetOn your marks, get set, go en ren je race, doe het, en maak het waar!”

Het zelf in de hand hebben en nemen van je eigen lot. Dit keer niet als individueel, maar als groep, met hulp en heel praktische steun van ACSET en GetOn, sluit naadloos aan bij de naam van de tweede groep: ‘Kokcan Ikweri’. Het betekent letterlijk: als je huilt in armoede, huil dan met een schep in je hand”.

*Meer over het 'We Live' project lees je hier: Women’s Livelihood Improvement project (‘We-Live’)

Je kunt dit project ook met 1 druk op de knop steunen: Ik steun WeLive!

Fijn dat je mee hebt willen lezen! Laat gerust een reactie achter.  

Tot mijn volgende blog, 
Jan

donderdag 27 september 2018

Oeganda; de parel van Afrika

Ik ben sinds een dag in Oeganda en heb deze dag gebruikt om in een kleine 6,5 uur van Entebbe naar Lira in Noord-Oeganda te rijden. Entebbe is bij sommigen wellicht bekend van de spectaculaire bevrijding door het Israëlische leger van een vliegtuig met gijzelaars. In 2006 verfilmd in "Last King of Scotland" met Forest Whitaker. 

Deze rit was een avontuur op zich, want in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Nederland, zijn ze hier redelijk zuinig met verkeersborden en richtingaanwijzers. Vooral de eerste 30 km was lastig. Gelukkig werd ik geholpen  door  een vriendelijke Oegandese jongen die mijn gps wél de juiste richting in wist te dirigeren.

De weg was de eerste 300 km uitstekend; je went al snel aan de enorme verkeersdrempels. Een keer te hard er overheen en je hebt je auto stevig door elkaar geschud. Mooi ook de “roadblocks” van de politie: de eerste keer rem je er netjes voor af, de andere keren rijd je er steeds sneller door. De borden staan er midden op de weg, maar oom agent heeft ze de vorige keer gewoon laten staan, voor het geval hij er weer eens in de buurt is. 

Kenmerkend is dat bijna alles per brommer wordt gedaan; van enorme ladingen bananen, meubilair tot brandhout. Je kunt het zo gek niet verzinnen en het gaat achterop. Daarnaast wordt ook heel veel per fiets of sandaal gedaan, de kinderen uit school echter op blote voetjes. De vrachtwagens rijden met ladingen die vaak groter zijn dan de auto zelf. Tijdens mijn rit verbaasde het mij dan ook niet dat er twee trucks letterlijk omgevallen waren. Traditioneel zijn het de vrouwen die voor water zorgen. Ze lopen kilometers over de veelal rode zandwegen met een flinke jerrycan op het hoofd. 

De laatste 70 km waren rijdend van de ene pothole naar de andere. Goed wakker blijven, want sommige zijn diep genoeg om stevige schade aan je auto door op te lopen.
Water halen

Oeganda is groen en redelijk vruchtbaar, maar vooral in het droge Lira en omgeving wachten de mensen op het regenseizoen dat ieder moment kan beginnen.
Het is heerlijk om alle bedrijvigheid hier te zien, bijna allemaal op straat. In Lira meestal vergezeld van de nodig muziek. 
Stop ik onderweg ergens met mijn auto, dan staan al snel 5 dames hun koopwaar aan te bieden: zoete banaantjes, meloen, snoep. Afrekenen en wisselgeld teruggeven is vaak nog wat moeilijk, zeker als je van 3 dames wat koopt en 1 de verantwoordelijkheid heeft om de buit onderling te verdelen.



In het restaurant annex lobby van mijn hotel hangen foto’s van -vooral Afrikaanse- leiders, waarbij rolmodellen zoals Mandela naast de Kadaffi’s van deze wereld hangen. De foto van “Donald T” hangt er dan ook gewoon tussen.

Morgen op stap met ACSET Uganda voor een ontmoeting met 1 van de 40 groepen vrouwen die deelnemen aan het #WeLive moestuin project. Ik kijk er naar uit!

Meer over het WeLive (Women's Livelihood Improvement) project lees je hier: WeLive project



zondag 15 juni 2014

De kracht van geven


Afgelopen woensdagavond aangekomen in Zuid-Afrika om staff en studenten de komende maand te ondersteunen. Ik had wel de weerberichten gevolgd, maar vergeten dat woningen hier niet ingesteld zijn op 2 graden Celsius. Zodra rond half zes de zon ondergaat is het bibberen geblazen. Dubbeldikke dekens en een dikke trui.

Donderdag direct aan de slag met sollicitatiegesprekken. Wat een ramp; cv's en motivatiebrieven zijn van een bedroevende kwaliteit. En de kandidaten die uitgenodigd waren, kwamen niet opdagen of bleken niet geschikt. Dit is een terugkerend probleem waarvan de oorzaak wellicht niet eenvoudig en eenduidig te benoemen is.

Onlangs plaatsten we op verzoek van, en bij, een grote landelijke keten vijf van onze studenten. Na twee dagen werden we geïnformeerd dat twee van de vijf niet waren op komen dagen. Wel je contract tekenen maar er niet heen gaan. 

Gisteren gaf ik aan 12 mannen en vrouwen een Imbizo (Zulu voor bijeenkomst) over ondernemen en de dagelijkse uitdagingen die je tegenkomt als ondernemer. Tijdens de lunch bleek dat vier van de twaalf de fee niet hadden betaald. "Ja, we hebben geen geld en geen werk". Dat kan, zeker in Zuid-Afrika. Maar toen ze werd aangeboden om hun "schuld" in “natura” te voldoen (bijvoorbeeld door de school schoon te maken of een dag stage te lopen bij een bedrijf en zo ervaring op te doen en daarmee de fee te betalen), haakten ze af. Nee, dat niet, we komen gratis of niet. Los van de negatieve gevolgen voor de huidige studenten van GetOn, is het probleem dat dit maatschappelijk meer en meer de keuze lijkt te zijn die jongeren maken.
Is het een gebrek aan rolmodellen, de slechte kwaliteit van het onderwijs hier, het feit dat de politiek een privé huis op kosten van de belastingbetaler voor 200 miljoen Rand (bijna 14 miljoen Euro) laat pimpen? Of het feit dat jouw huis er één van golfplaten is...


Golfplatenhutje in Brazzaville

en de paar procent rijken meer dan driekwart van alle bezittingen van je land hebben? Zou het jou dan nog interesseren of je pakt wat je pakken kan? Nog gaan werken voor 100 euro in de maand? Het zit niet in mij om dat te doen, maar ik begrijp wel de machteloosheid of zelfs radeloosheid die bij je kan opkomen als je verschillen en uitbuiting zo ervaart.
Maar het is niet allemaal kommer en kwel. Acht jonge ondernemers vol ideeën, die werkelijk stap voor stap hun bedrijfje uitbouwen, hongerig naar kennis en klein of groot genoeg om te weten dat delen beter is dan nemen. Dat is waarschijnlijk ook de oplossing voor de uitdaging waar we voor staan. GetOn blijft deze ondernemers steunen. Zij maken het verschil.

zaterdag 30 maart 2013

snik, smile tot snel ziens

Wat een spullen kan een mens verzamelen, en dat terwijl ik dacht al veel te hebben weggegeven. Vorige week de meeste shirts en overhemden gegeven aan een man die ik al maanden in dezelfde kleding zag lopen, terwijl hij zijn centjes probeert te verdienen met het "parkeren en bewaken" van auto's in "zijn" straat. De werkkleding, stuk en onder de viezigheid, samen met mijn favoriete schoenen, zeker 5 keer verzoold, in de grijze container. Aan bezoekers uit Nederland al de "klusradio" meegegeven en spullen die we hier gekocht hadden. Kortom de koffers hadden niet zo vol moeten zijn. De typische Afrikaanse muziek en die paar prachtige dvd's, zouden die het verschil hebben gemaakt?
Daar gaan we!!
Gistermiddag met de etenswaren en schoonmaakmiddelen, verpakt in de wasmand naar Mama Beaullah en Zandile. Toen de voordeur openging en men ons als onverwachte bezoekers zag binnenkomen, werd er spontaan geschreeuwd en sprong iedereen op om ons te omhelzen. De jongens hielpen met de auto leeghalen en alles werd op de tafel uitgestald. De dove shampoo werd door de oudste dochter gretig van tafel gepakt met: "Oh I will sooooo wash my hair with this one." Het potje olijven was binnen 3 minuten leeg gegeten, de koekjes in 2 minuten op, daarna greep Beaullah in en werd alles in de kastjes opgeborgen. 
Vorige week zaterdag zijn we met de twee jongste jongens en Beaullah naar een Musical en dinner optreden geweest. Luvo vroeg in de weken daarvoor elke dag hoeveel nachtjes slapen het nog zou zijn. En hij had elke dag geoefend om mooi te kunnen dansen. Samen met Jojanneke, bestuurslid van GetOn Nederland, stal hij die avond de show toen ze in de pauze samen op het hoofdpodium gingen dansen. Iedereen in de wijde omgeving heeft de afgelopen week van de vele foto's en filmpjes die met Luvo's telefoon genomen zijn, genoten.
 Jojanneke en Luvo
Toen we gistermiddag afscheid namen, vroeg Mama, komen jullie terug, de kinderen zullen jullie zó missen.
En missen zal ik ze, na zes maanden is het echt familie geworden, je ziet de kinderen in al hun stemmingen, een eigen wijze om de wereld om hun heen te ontdekken, de school rapporten, de vele ziekenhuisbezoeken, de kleding die lang niet altijd passend is, het rokje vastgehouden met een riem voor volwassenen, de broek gemaakt voor blanke billen, waardoor de rits niet lekker dicht kan. Waar Kentucky Fried Chicken tot op het beenmerg wordt opgegeten, waar alles wordt gedeeld en wanneer een van hen de auto mag besturen, ieder ander dat hem of haar met een grote glimlach gunt. Ach, ik zou ze zoveel meer willen steunen, niet met basmati rijst of fancy olijfolie, maar met dat gevoel dat ze er allemaal toe doen, dat het goed is om ondeugend te zijn, maar dat je mama's portemonnaie beter met rust kunt laten, dat ook wanneer je opgroeit zonder eigen ouders, soms mishandeld en misbruikt, er mensen zijn die onvoorwaardelijk van je houden en in jou geloven. Ach, gewoon een vader en vriend zijn denk ik.
Vandaag, zaterdag, gaan we nog uit eten met de assistenten uit Khayelitsha, deze jonge vrouwen helpen voor een paar honderd euro per maand de huismoeders met wassen en schoonmaken, ze vervangen de moeders als ze er niet zijn. Voor ons hebben ze het opknappen van de huizen zoveel makkelijker gemaakt;  door de voorjaarsschoonmaak welke zij deden vlak voor ons werk uit, door het slepen van de stapelbedden uit de kamers nog voordat wij in de vroege ochtend begonnen met klussen en verven en daarna alles weer terugzetten; een welverdiend afscheidsetentje met een heerlijk glas wijn is dan wel het minste. Ik verwacht dat het restaurant op zijn kop staat, want wanneer deze "Khayelitsha Queens" uit zijn, wordt er gezongen, veel gelachen en gedanst. Kaapstad met haar heerlijke natuur, prachtige zee en bergen, vele mogelijkheden om je te vermaken en heerlijk te eten, maar vooral "onze" kinderen en de moeders en assistenen voelen aan als thuis. Tot snel ziens XXXX
En jullie lieve, trouwe bloglezers jullie hebben meer dan 5000 keer dit blog gelezen in de afgelopen zes maanden, heel veel dank daarvoor. Dit is voorlopig de laatste, tot snel in levende lijve!!


dinsdag 19 maart 2013

Molweni ? (Hallo of Goede Morgen)

Jozef is een tengere man, met een donker glanzende huid, grootvader en klusjesman op de GetOn school. Hij staat elke dag om half vijf op, neemt de trein en is dan tegen acht uur op school en is er verantwoordelijk voor dat de deuren van het slot gaan en studenten en leerkrachten naar binnen kunnen. Deze maandag lukt dat niet, de trein gaat niet verder en stopt een station eerder, met een taxi komt hij aan. De uitleg die hij mij later geeft, is dat er twee verschillende arbeidsvoorwaarden gelden voor spoor- en treinpersoneel. De ene partij stopt eerder dan de andere. Dit deed mij denken aan de tijd dat ik werkte met een vrachtwagenchauffeur en bijrijder om bedden en ander materieel te bezorgen in de Thuiszorg. De chauffeur werkte 36 uur, de bijrijder 40 uur. Je ziet het voor je: de bijrijder zit midden in de stad in een halfvolle  auto, de chauffeur is al naar huis. Probeer dan maar je werk af te maken en thuis te komen.

Kabela, always dressed up even with his shorts!
Terwijl we op Jozef stonden te wachten, vertelt Kabela, congierge en leerkracht, ons het droevige nieuws dat Dolly (een Bake for Profit juf en diegene die de GetOn-kantine runt) haar dochter in het weekeinde is overleden. Het negenjarig meisje, opgegroeid met een geestelijke en lichamelijke beperking, was de laatste weken al ziek maar het leek net beter te gaan. Ik heb voor Dolly, die ik tijdens onze ontmoetingen van de laatste maanden heb leren kennen, veel respect. Haar levenslust en doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor de studenten. Het nieuws komt dan ook hard binnen.
's Middags gaan we op condoleance bezoek, het huis zit vol vrouwen, de mannen staan buiten om het huis. We worden naar de woonkamer gebracht en direct van koffie en broodjes voorzien, om ons heen branden kaarsen. Dolly is naar haar kerk en terwijl we op haar wachten, worden de relaties om ons heen duidelijk, moeder/oma, zussen, schoonzus. Omdat een gedeelte van de vrouwen op de grond zitten, ga ik op mijn knietjes door de kamer om iedereen te omhelzen. Dat een paar Mulungu's (scheldwoord voor blanken) voor Dolly komen, is bijzonder. Wanneer Dolly binnenkomt en snel in een hoek van de kamer gaat liggen, wordt er over de begrafenis gesproken. Hier is dat een zeer kostbare aangelegenheid; alle dagen zal het huis vol mensen zijn, die voorzien worden van eten en drinken, er gaat geen elektra aan maar constant branden er kaarsen. Dolly's dochter komt de laatste nacht vooraf aan de begrafenis thuis. Iedereen bewijst de laatste eer en de dag van de begrafenis zelf wordt er gezamenlijk gegeten. Veel maandsalarissen gaan eraan op om de kosten te dekken. Later in de week ben ik blij dat wij de transportkosten voor onze rekening mogen nemen.
Cedric, Teacher of the it-courses
Afgelopen week zitten we in een totaal ander ritme dan onze dagelijkse gang naar Khayelitsha om te klussen, we gaan lesgeven op de GetOn school en helpen met administratieve ondersteuning. We zijn omgeven door jonge studenten, veelal vrouwen, die het lef en de ambitie hebben om een vak te leren en zo hun eerste betaalde baan hopen te krijgen. De honger om te leren is groot, alles wordt als een spons opgezogen. Omdat veel studenten een zeer lage eigendunk hebben en zich, doordat ze nu naar school gaan, ook nog buiten hun sociale kring begeven, worden tijdens het lesgeven veel persoonlijke ervaringen uitgewisseld, gediscussieerd, gevraagd en bevraagd. Dit gebeurt vooral tijdens de Life- en Business Skills lessen die wij deze week mogen verzorgen. Het verschil tussen studenten die een week bij ons zijn of al zes weken is enorm groot. De eerste dagen zo verlegen, onzeker, soms bijna depressief, maar op het einde van de opleiding: rechtop, vol vertrouwen, een brede glimlach en zich durven uit te spreken en weten waar ze met hun leven heen willen; het is echt een fantastisch verschil. De broodnodige theorie is natuurlijk belangrijk maar een van de de pijlers van wat GetOn doet, is werken aan de levenshouding die ten positieve wordt veranderd.
GIRL POWER!!
Een kort voorbeeld, maandagochtend start ik met 12 vrouwen die het Bake for Profit programma doorlopen, zes weken zijn ze nu bezig en maken (en hebben vanaf dag een al geproefd van) muffins en de eerste omzet en winst. We bespreken: "Wie ben jij", in kleine groepjes worden karakters geschetst, hoe zij zichzelf zien en hoe collega's daar tegenaan kijken, een dier als symbool wordt erbij gezocht. Van dolfijnen, konijnen tot leeuwen, de halve dierentuin is aanwezig. Daarna bespreken we welke twee veranderingen in ons leven zouden helpen om ons doel ook werkelijk te kunnen bereiken.  Kea beschrijft hoe haar omgeving op haar ideeën altijd reageert met: "Ja maar wat dan als, of dat kan je niet of ... " enz. Haar oplossing is dat ze dit vanaf NU verandert,  ze gaat nu Muffins bakken, verkoopt die en vertelt het daarna pas, ze zal steun vragen aan haar familie en collega's op deze school en ze wil dat binnen vier weken haar idee om een zelfstandig inkomen te generen uit haar bakproducten een vliegende start heeft gekregen. Kea weet wat ze wil en is vastbesloten het te doen en waar te maken, durft te vragen om steun en is overtuigd dat het gaat lukken. Als de les is afgelopen, komen een paar vrouwen naar me toe, tijdens de les is er geld opgehaald om Dolly te steunen, ik doe vanzelfsprekend mee. Wat is geven, en zeker ook deze les, heerlijk en wat ben ik trots dat ik deel uit mag maken van deze gemeenschap. Enkosi (Dank in Xhosa, Koning in Zulu)